Steeds meer mensen stappen over op een vegetarische of volledig plantaardige voeding. Anderen houden erg van hun stukje vlees.
Wat leert de Bijbel ons over het eten van vlees? Zijn alle soorten vlees goed om te eten? Of mogen we alleen het vlees van reine dieren eten? Waarom zou je als christen ervoor kiezen om geen vlees meer te eten?
Als het gaat over het eten van vlees en de Bijbel, komt al snel het onderscheid tussen reine en onreine dieren in gedachten. Veel christenen zijn ervan overtuigd dat het verbod op het eten van onreine dieren tegenwoordig niet meer geldt. De Bijbelgedeelten die door deze mensen aangehaald worden zal ik in dit eerste deel van deze serie behandelen.
Het visioen van Petrus
In Handelingen 10 lezen we over het visioen dat Petrus kreeg op het dak van Simon de leerlooier. Er zakte een laken gevuld met allerlei dieren uit de hemel. Een stem geeft Petrus de opdracht om te slachten en te eten. Petrus weigert. “En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden!” Handelingen 10:15. Wat betekent dit visioen? Ook Petrus begreep het niet direct. Voor hem was wel duidelijk dat het eten van onrein vlees geen optie is. Niet veel later begrijpt hij het wel, als hij Cornelius bezoekt. “En hij zei tegen hen: U weet dat het een Joodse man niet toegestaan is om met iemand van een ander volk om te gaan of bij hem binnen te gaan; maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen.” Handelingen 10:28. Dit alles gaat dus niet over het eten van vlees, maar het evangelie verkondigen aan mensen die tot een ander volk toebehoren. Zij zijn door God gereinigd, doordat ze zich bekeren van hun vroegere overtuigingen en zich aan God overgeven.
Ook in het volgende hoofdstuk bevestigt Petrus dit: “Als God dan aan hen dezelfde gave gegeven heeft als aan ons die in de Heere Jezus Christus geloven, wie was ik dan dat ik bij machte zou zijn God tegen te houden? En toen zij dit hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: Zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt.” Handelingen 11:17-18.
De vergadering in Jeruzalem
Handelingen 15 geeft een verslag van de vergadering in Jeruzalem. Ook hier brengt Petrus duidelijk naar voren dat er geen onderscheid gemaakt moet worden naar de afkomst van mensen. “En Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.” Handelingen 15:9.
Tijdens die vergadering wordt ook gesproken over de leefregels waaraan gelovige heidenen zich moeten houden. “Daarom ben ik van oordeel dat men het hun die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet lastig moet maken, maar aan hen moet schrijven dat zij zich dienen te onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed.” Handelingen 15:19-20. Wat hierin opvalt is dat de eerste twee regels ingaan op de eerste en tweede tafel van de tien geboden; oftewel hoe je met God en hoe je met je naaste omgaat. De laatste twee regels gaan over voedselwetten, oftewel gezondheidswetten: onthoud jezelf van bloed en van vlees van dieren die niet geslacht zijn, maar, zoals de King James vertaling het in Deuteronomium 14:21 aangeeft, uit zichzelf gestorven zijn.
Voordat je vlees eet, moet je weten dat het dier gezond was. Vergelijk dit ook met Leviticus 17:15. Het eten van een dier dat gestorven is door ziekte of doordat het is aangevallen, mag je niet eten, omdat dat een risico op ziekte geeft.
Markus 7
Ook Markus 7 wordt aangehaald om aan te geven dat alle soorten vlees gegeten mogen worden. In de NBG-vertaling staat “en zo verklaarde Hij alle spijzen rein.” Markus 7:19. Dit lijkt een tekst die heel duidelijk zegt dat je alles mag eten, maar is dit ook zo? Als we het nader bestuderen, zit het toch anders.
Dit Schriftgedeelte is een les over wat niet voedsel, maar een mens rein en puur voor God maakt. De Farizeeërs hielden zich vast aan traditionele rituelen, zoals de speciale manier om voor een maaltijd hun handen te wassen, wat een overlevering van generatie op generatie was. Het gaat hier niet over de voedselwetten. Zowel de Farizeeërs als Jezus en Zijn discipelen waren Joden. Geen van hen dacht erover om het vlees van onreine dieren te eten.
Volgens de Farizeeërs zou het brood wat de discipelen aten, zonder rituele handenwassing, onrein worden en hen zondig maken. Jezus betwistte dit. Hij leerde dat je jezelf verontreinigt door in je hart ervoor te kiezen om dingen te denken, zeggen of doen die tegen God’s wetten ingaat.
De situatie uit Markus 7 wordt ook in Mattheus 15 beschreven. Hierin komt duidelijker naar voren dat Jezus hier niet verklaard dat het toegestaan is het vlees van onreine dieren te eten.
“Petrus antwoordde en zei tegen Hem: Verklaar ons deze gelijkenis.
Maar Jezus zei: Bent ook u nog altijd onwetend? Ziet u niet in dat alles wat de mond ingaat, in de buik komt en in de afzondering weer uitgescheiden wordt?
Maar de dingen die uit de mond komen, komen voort uit het hart, en die verontreinigen de mens. Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen. Deze dingen zijn het die de mens verontreinigen; maar het eten met ongewassen handen verontreinigt de mens niet.” Mattheüs 15:15-20.
In dit hoofdstuk wordt de zinsnede uit Markus 7:19 niet herhaald. Jezus benadrukt in Mattheus 15 dat zondige woorden die de mond uitkomen en slechte gedachten een mens verontreinigen en niet het eten van brood zonder dat de handen gewassen zijn.
Geestelijk en lichamelijk voedsel
Er zijn nog vijftal Bijbelgedeeltes in het Nieuwe Testament, waarin voeding en (on)reinheid benoemd wordt:
· Romeinen 14:14-21
· Hebreeën 13:9-11
· Johannes 6:27
· 1 Korinthe 8:1-13
· 1 Timotheüs 4:1-5.
In 1 Korinthe 8 wordt niet gezegd dat het vlees dat aan een afgod geofferd is van een onrein dier afkomstig is. Er wordt gezegd dat het voedsel niet verandert door een ritueel voor een niet bestaande afgod. Heb je daar moeite mee, eet het dan niet. Maar je zou het kunnen eten, als je dat wil. Voor God maakt het niet uit. “Voedsel nu brengt ons niet dichter bij God, want hetzij dat wij eten, wij zijn er bij God niet meer om; en hetzij dat wij niet eten, wij zijn er bij God niet minder om.” 1 Kor 8:8. Wat God wel belangrijk vindt, is dat je rekening houdt met elkaar en respect toont. Je moet voorkomen dat iemand zijn geloof verliest door iets wat jij doet, ook al is dat niet tegen Gods wet. De kern van de eerste drie Bijbelteksten uit het lijstje is eigenlijk hetzelfde als 1 Korinthe 8. Namelijk dat het geestelijke leven, een levende relatie met God en Jezus’ licht en liefde verspreiden prioriteit heeft boven geboden van mensen en voeding. Hiermee wordt niet aangegeven dat het goed is om vlees van onreine dieren te eten. 1 Timotheüs 4 geeft duidelijk aan om welk voedsel het gaat. Er staat: “…voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, … Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” 1 Tim 4:3 en 5. Hieruit kunnen we opmaken dat het gaat om voedingsmiddelen waarvan in de Bijbel staat dat God het geschapen heeft als voeding voor Zijn kinderen.
Ten slotte
Na het bestuderen van al deze Bijbelteksten, kunnen we concluderen dat het Nieuwe Testament aangeeft dat het verbod op het eten van onreine dieren tegenwoordig nog steeds geldt.
In het volgende deel van deze serie over vlees kan je lezen wat de Bijbel ons leert over rein dierlijk voedsel. Het derde en tevens laatste deel zal gaan over de argumenten om als christen geen vlees of dierlijke voedingsmiddelen te eten.
Bij de gratis downloads vind je een overzicht van reine en onreine dieren. Dit document is gebaseerd op Leviticus 11 en Deuteronomium 14.
Comments